Bidden voor de overheid. Een oproep

Daniël kon zelfs in zijn functie in ballingschap nog de God van Israël dienen. Volgelingen van Jesjoea worden nog steeds opgeroepen om voor de overheid te bidden. Hoe kunnen we onze invloed laten gelden in een aards koninkrijk?

Bidden voor de overheid

Kan de Vader ons helpen aan een goede regering?
Leiders naar Zijn hart sturen?
Helpen het land te besturen, door hooggeplaatsten wijsheid te geven?

Dit klinkt als een noodkreet: Hoe kan de Eeuwige helpen ons land te herstellen?

Voorbeelden van Gods hand in de opkomst en neergang van koninkrijken vind je in de Bijbel ten overvloede. Toch hebben veel volgelingen van Jesjoea een afkeer van wereldse macht en wordt er wellicht te weinig gebeden voor de overheid, wat toch een opdracht is om rustig te kunnen leven om het Evangelie te kunnen verspreiden.

In onze tijden lijkt er een geheel bankroet van de politieke macht aan te komen. Daarom is het extra van belang om te blijven bidden voor de overheid, een opdracht uit 1 Timotheüs 2:1-2.

God werkt in koninkrijken Zijn eigen Koninkrijk uit

In 2Sam 7 belooft God aan David om voor hém een ‘huis’ (koninkrijk) te bouwen, één dat zou blijven bestaan bij gehoorzaamheid aan de Tora. De Trouwe Vader heeft dit in Jesjoea bewerkelijkt,  als afstammeling van David. Het Koninkrijk der Hemelen is hierdoor al in onze harten . Dat wil echter nog niet zeggen dat God Zijn hand doet rusten in het aardse gebeuren.

Zo zien we dat Trump onlangs speciale bommen aan Israël leverde op een moment dat dit het hardst nodig was, met Iran slechts enkele maanden verwijderd van  nucleaire macht. En eerder verplaatste hij de ambassade naar Jeruzalem.
Maar ook in ons eigen land zijn er mensen die waarschuwen voor ongebreidelde immigratie met het gevaar voor antisemitisme – wat inmiddels geen dreigend gevaar meer is, maar werkelijkheid.

Waren volgelingen van Jesjoea vroeger goed georganiseerd, ook in het politieke veld – tegenwoordig is dit veel minder duidelijk. Er zijn inmiddels meer stemmers op de goddeloze D66 dan op christelijke partijen. Moeten wij niet ons deel van het aards koninkijk in Nederland opeisen door te stemmen op partijen/partijprogramma’s die zoveel mogelijk in lijn zijn met de Bijbel?

Echter, veel christelijke partijen verwerpen de geldigheid van de eeuwige Tora, bijvoorbeeld in het denken over zogenaamde ‘vluchtelingen’. In de Bijbel wordt wel gezegd dat men vreemdelingen moest helpen, maar dezen moesten alleen wel respect hebben voor de God van Israël (Leviticus 24:16), iets wat in ons land niet gebeurd.

Immigranten verzetten zich onder het mom van een pro-‘Palesina’-standpunt vaak tegen Jahweh – en zullen zich na vervolging tegen Joden en Messiaanse gelovigen ook richten tegen christenen en ongelovigen.

Esther werd ooit bij de helft van het koninkrijk aangeboden (Esther 5:3). Laten wij Gods zegeningen in deze schieten?

Verootmoediging kan het tijd doen keren

bidden voor de overheid

Natuurlijk, we weten dat de Grote Verdrukking eraan komt. Maar toch is het onze taak om zoveel mogelijk licht en zout te zijn, en misschien het tij doen keren, zoals staat geschreven:

‘en mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen. (2Kron 7:14)

Bidden voor de overheid gebeurd nog te weinig, maar zou in een vast gebed in de eredienst moeten worden gebracht. Helaas zijn groepsgebeden en vaste gebeden ooit uit de gratie geraakt bij een volk van God dat zich afkeerde van de synagoge en denkt alleen te moeten bidden wat de Geest aangeeft. Maar God heeft in Zijn Woord al bepaalde onderwerpen gegeven om voortdurend voor te bidden, en de eredienst is hier de eerste en beste plek voor, op de heilige rustdag en in gemeenschap. Laten we dus bidden in de eredienst voor ons land, onze leiders.

Heersen

Hoewel Jesjoea niet kwam om te heersen, hoeven wij niet alle macht en gezag te verwerpen of te wantrouwen. Er staat zelfs:

“Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld.”

Ik geloof dat God leiders niet per se altijd aanstelde, maar hij heeft wel de instelling van de overheid ingesteld.

Vergelijk: Zij hebben koningen aangesteld, maar buiten Mij om; vorsten, zonder dat Ik ervan wist. (Hosea 8:4a)

Onderwerping betekent ook niet dat we de overheid meer gehoorzamen dan God – en daarin is het in WOII ook verkeerd gegaan. Mede daardoor heeft ‘heersen’ een vieze smaak in de mond gekregen.

Dat God het kan toestaan dat er (slechte) koningen zijn is wel mogelijk. Vergelijk: ‘Jezus antwoordde: Gij zoudt geen macht tegen Mij hebben, indien het u niet van boven gegeven ware ‘ (Joh. 19:11a)

Toch is gegeven macht niet verkeerd op zichzelf. Bedenk dat we geroepen zijn met Jesjoea te heersen met de Tora als in de hand: ‘indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen‘ (2Tim. 2:12a)

Laten wij onze verwerping van leiderschap varen. Rebellie is immers als tovenarij (1 Samuël 15:23). Het is bijvoorbeeld niet verkeerd om te buigen voor een koning – alleen mogen we ons niet nederwerpen voor hem alsof hij God is (zoals vroeger wel gebeurde). Geef eer aan mensen in leiderschapspositie:

“Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt.” (Rom. 13:7).

Goede oudsten zijn zelfs dubbel eerbewijs waard:
“De oudsten, die goede leiding geven, komt dubbel eerbewijs toe, vooral hun, die zich belasten met prediking en onderricht.” (1 Timotheüs 5:17)

Is het zo raar te geloven dat God bemoeienis heeft met de koningen, presidenten, etc. heeft? Hij is zo begaan met zijn schepping…

Nebukadnessar besefte – zoals we later zullen zien – dat alleen Jahweh God is – en dat hij koningen tot Zijn eer kan gebruiken. (Daniël 4:34-35, 37)

God werkte door Josef en Mozes, plaatste ze als onderkoning.

De hooggewaardeerde 19e eeuwse president Lincoln, die de slavernij afschafte zei: “Op de bijzonder verantwoordelijke positie waarin ik ben geplaatst, wil ik een nederige dienaar van onze hemelse Vader zijn”.

Laten we dus regelmatig, zoals ook Juda doet in zijn eredienst, bidden voor de overheid. Onze oudste broer Juda was overigens ook een zeer belangrijke geldschieter voor Willem van Oranje en heeft in veel tijden een goede band gehad met het Koningshuis.

“Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen, voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden in alle godsvrucht en eerbaarheid. Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen.” (1 Timotheüs 2:1-4)

Het doel van de overheid is enerzijds wel ‘het zwaard dragen’ om kwaaddoeners te straffen (Romeinen 13:4), maar dit heeft dus als hoger doel de verspreiding van het Evangelie, wat in elke generatie weer nodig is, ook in een ‘christelijk’ land, en zeker in een land waar een grote omslag is gekomen, zoals de onze.

Laten we dus geregeld bidden voor hooggepplaatsen. Amen?

Kwaadaardige leiders

God werkt soms ook ten kwade door koningen heen, maar als ze te ver gaan komt dat niet van Hem.

Vergelijk: ‘maar Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl Ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade‘ (Zach 1:15)

In de bekende film ‘Fiddler on the roof’ werd voor de kwade Tsaar gebeden – maar vooral dat hij hen met rust zou laten (‘May God bless and keep the Czar far away from us!).

Het toont mooi aan dat machthebbers je kunnen tegenstaan, maar dat je ze toch niet moet vervloeken. Dit staat ook in de Tenach.  Salomo zei: vervloek zelfs in uw gedachten de koning niet (Prediker 10:20).

We moeten toch ook bidden voor onze vijanden, ook degene die in macht zijn. Zo werd de gevangenisbewaarder in Handelingen toch nog geloof gebracht.

Natuurlijk moeten we God meer gehoorzamen dan mensen (Hand. 5:29) wanneer (kwaadaardige) leiders ons dingen opdragen die tegen de Bijbel ingaan. Zoals de vroedvrouwen, die de geen gehoor gaven aan de Farao, omdat zij God vreesden.

Maar durf te strijden voor het land waarin je woont. Houdt je niet onverschillig, want God heeft je hier geplaatst om zout en licht te zijn. Vluchten kan altijd nog.

De Apostel Paulus kwam doorgaans voor zijn rechten op en had veel te maken met rechters en koningen. Zijn omgang met hen kan ons tot voorbeeld zijn. Bedenk ook hoe David met koning Saul omging.

De Tora leert ook: Van een overste uws volks zult gij geen kwaad spreken (Ex. 22:28)
Jesjoea noemde Herodes Agrippa I wel een vos, maar vervloekte hem niet. Later kwam hij vreselijk aan zijn eind (Hand.12:20-23).

Joden hebben dit ook beter begrepen, om de wereld waarin ze leven beter proberen te maken, in plaats van passief wachten op de hemel – terwijl we de aarde zullen beërven – het Duizendjarig Vrederijk.

Bidden voor de overheid is tegengif

Bidden voor de machthebbers helpt ook om niet vol wrok te raken, om jezelf te herinneren dat God alles kan, om niet jaloers te zijn op mensen met meer macht, om nederig te zijn in gebed.

Dit helpt uiteindelijk ook om je eigen rechtspositie beter in te nemen in het aardse koninkrijk én het Hemelse!
Want hoe kun je goed bidden als je geen of weinig rekening met machten en krachten houdt? Denk aan de machtige centurion, die juist groot geloof had door zijn erkenning van macht en gezag van Jesjoea (Lucas 7:8).

Onze oudsten worden ook opgeroepen macht uit te oefenen (in de Geest, naar Gods wil), en wij moeten ons hierin aan hen onderwerpen.

“De oudsten onder u vermaan ik dan (…) hoedt de kudde Gods (…) uit bereidwilligheid,  niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde.  (1 Petrus 5:1-4 (deel))

Israël leefde onder een theocratie (die zij verwierpen – (1 Samuel 8:1-7) en later in koninkrijken – en wij in een democratie, maar in de gemeente is Jesjoea nog steeds koning.

Ikzelf heb mogen bidden toen ik werkte bij het Ministerie van Algemene Zaken en God bevestigde aan een broeder in een droom dat het was alsof ik Kroonjuwelen voor God tevoorschijn haalde, omdat Hij het zo belangrijk vond waar ik voor bad.

Want ik bad met velen rond 2020 voor erkenning/excuses van de regering van de rol bij de Jodenvervolging – wat gebeurde – en al snel hierna deed het Koningshuis en de PKN ook. . Dit deed de Joodse gemeenschap goed. Wellicht behoeden deze excuses ons land nog enige tijd van grote verdrukking.

De bediening van Jack van der Tang (Gemeente Shamar) is ook opmerkelijk: Hij woont in de stad die als Stad van vrede en recht bekend moet staan, maar Israël in 2024 onterecht aangeklaagde. Jack bidt ondanks voor hooggeplaatsten en kon zelfs in de Ridderzaal een conferentie beleggen over antisemitisme. God staat boven alles.

God werkt in alles ten goede

Joden belijden bij een begrafenis dat God rechtvaardig oordeelt. Zo is het in feite bij alles in ons leven: Als God blijkbaar niet oordeelt om in te grijpen in een zaak (al is het dan mogelijk niet naar Zijn wil!), dan kunnen we Hem nog steeds grootmaken en werkt Hij wellicht ten goede.

Op de achtergrond heeft de Almachtige dus altijd alles in de hand en daarom kunnen we in lijden Hem nog groot maken en Hem vertrouwen. Ook wanneer we Hem niet begrijpen.

God heeft Zijn hand in de wereldgeschiedenis. Nebukadnessar had het zelf ondervonden en zei: “Hij zet koningen af en stelt koningen aan, Hij verleent wijsheid aan wijzen en kennis aan hen die inzicht hebben”. (Daniel 2:21)

Zo wordt over de Perziër Kores gezegd dat God hem gebruikte: “Zo zegt Jahweh tot zijn gezalfde, tot Kores, wiens rechterhand Ik gevat heb om volken voor hem neer te werpen” (Jesaja 45:1a)

En over Farao: “Daartoe heb Ik u doen opstaan, opdat Ik in u mijn kracht zou tonen en mijn naam verbreid zou worden over de gehele aarde.” (Romeinen 9:17)

Slot

Wellicht leest u onderstaande passages nu anders?
Laten wij vurig bidden voor genade over ons land en om goede leiders.

Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, zullen een oordeel over zich brengen.  Want, als iemand goed handelt, behoeft hij niet bevreesd te zijn voor de overheidspersonen, maar wel, als hij verkeerd handelt. Wilt gij zonder vrees voor de overheid zijn? Doe het goede, en gij zult lof van haar ontvangen.  Zij staat immers in dienst van God, u ten goede. Maar indien gij kwaad doet wees dan bevreesd; want zij draagt het zwaard niet tevergeefs; zij staat immers in de dienst van God, als toornende wreekster voor hem, die kwaad bedrijft.  Daarom is het nodig zich te onderwerpen, niet slechts om de toorn, maar ook om des gewetens wil. (Rom 13: 2-5)

Onderwerpt u aan alle menselijke instellingen, om des Heren wil: hetzij aan de keizer, als opperheer,  hetzij aan stadhouders, als door hem gezonden tot bestraffing van boosdoeners, maar tot lof van wie goed doen.  Want zo is het de wil van God, dat gij door goed te doen de mond snoert aan de onwetendheid van de onverstandige mensen, (1 Petrus 2:13-15)

Herinner hen eraan, dat zij zich aan overheid en gezag onderwerpen, gehoorzaam, tot alle goed werk bereid zijn, (Titus 3:1)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Yeshua de Messias is de belichaming van de Torah