Kleine studie Galaten

Geprezen, U, JHWH, onze God, Koning van de wereld die ons door Zijn geboden bijzondere taken heeft opgelegd en ons heeft opgedragen de Torah te bestuderen. – # Kleine studie Galaten

Auteur: Chr. Levi Zoutendijk

Kleine studie Galaten

Een evangelie dat uitlegt dat je in Jeshua door de Torah (en allerlei voorvaderlijke overleveringen) nog je heil kan bewerken is een ander evangelie. Wel moet je het door de gehoorzaamheid aan de Torah uitwerken. Een ‘echte’ Jood weet dit ook: Wij, geboren Joden, en geen zondaars uit de heidenen, wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken der wet, maar door het geloof in Christus Jezus, zijn ook zelf tot het geloof in Christus Jezus gekomen, om gerechtvaardigd te worden uit het geloof in Christus en niet uit werken der wet. Want uit werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden. (Galaten 2:15-16) Messias staat alleen niet in dienst der zonde (overtreden van Torah vlg. Joh. 3:4), haast Sha’ul zich te zeggen.

Kefas (Petrus) huichelde door zich even weer als ’traditionele Jood’ te gedragen en Sha’ul roept hem hierover ten orde: ‘Indien gij, die een Jood zijt, naar heidens en niet naar Joods gebruik leeft, hoe kunt gij dan de heidenen dwingen zich als Joden te gedragen? (Galaten 2:14). Kefas gold als steunpilaar (2:9) en door dit foute voorbeeld zou hij gelovigen uit de heidenen indirect leren dat Joodse gebruiken weer een scheidingsmuur moesten optrekken.

Iedereen wordt door geloof gerechtvaardigd. Daarmee wordt je een kind van Abraham. De Torah leidde/leidt Gods kind Israël als naar de leraar Jeshua. De Torah leidt niet als een tuchtmeester, maar als een man die je inhuurde om het kind veilig (‘verzekerde bewaring’) naar school (de meester Jeshua) te brengen (Berkowitz, de Torah)…

In principe leert die Torah je vooral zonde kennen, en dat leidt altijd tot de dood het wijst op het volmaakte offer van Messias waar het wachten op was. Je heil verbinden aan de Torah is dus niet goed. De rechtvaardige keek daarom ook uit naar het plaatsvervangend offer van Messias dat ook terug zou werken. Toch was het een gespannen situatie om onder de Torah te leven. Door de Torah die als doel de Messias had, leven wij niet meer onder de Torah, waarin je maar afwacht op de ware Messias en daarmee snel wettisch dreigt te worden (‘onderworpen aan de wereldgeesten’). Je keek elk jaar naar Jom Kippoer uit om de onbewuste zonde weg te laten doen.

Wij zouden nu daarvan los moeten zijn, met een Hogepriester in de hemel die eens voor altijd zichzelf als offer bracht, maar toch kwamen er foute leraren binnen die in wezen wetticisme predikten en volgelingen kregen. De belofte van de zegeningen in het zaad, Yeshua, staan dan ook boven de Torah (Gal. 3:17). Die belofte hebben wij in Messias, met de geest van het zoonschap!

Je moet niet weer ‘onder de wet’ willen staan: Je gehoorzaamheid aan haar afhankelijk maken aan je redding of uit het vlees leven, waardoor de Torah je bedreigt. Wij zijn al gered, net als Israël uit Egypte – en als toegift krijgen we een leer ten leven, omdat God niet anders verwacht dan dat we in Liefde met hem wandelen door zijn Leer!
Je moet leven uit geloof, vertrouwen, en niet op eigen kracht je heil verdienen. Dat wist elke goede Jood en toch gaan deze gelovigen in Jeshua, die het burgerrecht Israëls ontvingen, Iemand scheef: ‘Ze legden teveel nadruk op de plichten van hun burgerschap, en te weinig op hun rechten (of beter: beloftes en zegeningen).’

Sha’ul zelf predikt ook niet meer de ‘besnijdenis’ voor gelovigen uit de heidenen: een omvangrijk ritueel waarin men zich afhankelijk maakte aan zijn wetbetrachting en de rabbijnse leringen, geboden van mensen, beloofde te volgen. In wezen is dit leven in het vlees. Wij zijn vrij om in liefde de Torah, de wet/leer van de Liefde uit te werken, en wij moeten niet ons laten inpalmen door mensen die onder het mom van Torah-ijver ons voor henzelf trachten te winnen.

Ieder toets zijn eigen werk en kan dat niet aan allerlei menselijke inzettingen toetsen, alleen aan de Torah, de spiegel, het tweesnijdend zwaard, een geestelijke wet – waar het op aankomt. Als je de Torah op een verkeerde manier probeert te houden, houd je hem niet. Joh. 7:19 vermeldt dat Jeshua zei dat niemand de Torah deed. Wij kunnen Hem alleen op de Hem welbehaaglijke wijze dienen, uit het geloof of door het geloof komen tot de Messias en daarna in vrezen en beven onze behoudenis uitwerken. (Filippenzen heeft ‘bewerken’, SV heeft ‘werkt uws zelfs zaligheid’ in de zin van uitwerken wat wij alreed ontvingen).

Lees ter vergelijking ook het interessante hoofdstuk 4 van deze studie van Geert ter Horst.
Citaat van deze studie:

De kern van de zaak is evenwel dat de inzettingen die bij de Galaten voorkwa­men en de wijze waarop deze werden uitge­voerd en opgevat, een bedrei­ging vormden voor het hart van het aan Paulus toevertrouwde evangelie, de rechtvaardigma­king door het geloofsvertrouwen. De Galaten zochten gerecht­vaardigd te worden door het in acht nemen van regels en wet­ten. Daaronder zullen de besnijdenis en de onderhouding van dagen wellicht de belangrijkste geweest zijn, daar deze door de apostel genoemd worden. Deze gehele opzet van deze wetti­sche, d.w.z. lega­lis­tische zelfrecht­vaardiging wordt door Paulus afgewezen.

Paulus spreekt in dit verband over tweeerlei verhou­ding tot de Torah. Enerzijds over een wettische, legalistische houding, die uit werken van Torah-obser­vantie zoekt gerecht­vaardigd te wor­den, en dat is de houding van de zoon van de dienstmaagd. Anderzijds over het vervullen van de Torah uit kracht van het geloofsver­trouwen, en dat is de houding van de zoon van de vrije (Gl.4:21-31). Wie leeft uit het vertrouwend geloof, zoekt niet door het doen van Torah-geboden gerecht­vaar­digd te worden. Hij vervult daarentegen de Torah als uitwer­king en gevolg van zijn rechtvaar­diging. De Torah is voor hem het kader waarin het nieuwe leven zich ontplooit en de sfeer waarin het zich ophoudt.

Een gedachte over “Kleine studie Galaten”

  1. Ik werd blij van de volgende 3 zinnen: “Wie leeft uit het vertrouwend geloof, zoekt niet door het doen van Torah-geboden gerecht­vaar­digd te worden. Hij vervult daarentegen de Torah als uitwer­king en gevolg van zijn rechtvaar­diging. De Torah is voor hem het kader waarin het nieuwe leven zich ontplooit en de sfeer waarin het zich ophoudt”. De laatste tijd begon ik soms te denken dat ik een beetje gek ben omdat ik met vreugde God’s wetten (leefregels) toepas. Men denkt dat ik dat doe om iets te verdienen en ik kan hen er maar niet van overtuigen dat ik weet gered te zijn door het volbrachte werk van Yeshua en dat ik de leefregels toepas omdat ik er van overtuigd ben dat God die gaf voor ons welzijn. Echter daarmee begon het voor mij niet. Het begon toen ik me realiseerde dat God op de 7e dag rust en dat uiteraard het liefst met Zijn kinderen wil doen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Yeshua de Messias is de belichaming van de Torah