Jds. theoloog Pinchas Lapide (’22-’97) over JHWH Echad

Pinchas Lapide:
DE HEER UW GOD IS ÉÉN

Joods monotheïsme en de christelijke leer van de drie-eenheid

Citaten

‘Deze ik-gij-ervaring van de directe relatie (van de Sinaï, Levi) is zo geweldig, zo enkelvoudig en zo uniek dat zij nooit toestond dat voorstellingen ontstonden zoals een veelvoud van principes of een veelpersoonlijkheid van God.

Om deze enigheid van God te bewaren voor iedere vorm van vermenigvuldiging, verwatering, of vermenging met de riten van omringende godsdiensten, koos het volk Israël als credo het Bijbelvers dat tot op heden niet alleen onderdeed is van de dagelijkse liturgie…’ (p. 13)

Pinchas Lapide noemt de enigheid van God op pg. 14 de ‘al-enigheid’. ECHAD, dit is het laatste woord van het credo van Jezus en van al zijn broeders naar het vlees. Het ontmythologiseert en verbiedt elke vorm van meergodendom.

Tot op vandaag staat het in alle joodse gebedenboeken dubbelgroot en vet gedrukt. Optisch gezien kan de laatste letter – DALET – namelijk veel te gemakkelijk verkeerd worden gelezen als een RESJ, en dat zou de betekenis veranderen van ‘één God’ in ‘een andere God’ (ACHER). Volgens de rabbijnse leer zou men daarmee het einde van de wereld over zich af kunnen roepen. Men zou de eenheid van God het enige ‘dogma’ kunnen noemen. (pg. 15)

Het Hebreeuwse woord ‘Echad’ leert ons niet alleen het monotheïsme, niet alleen dat er buiten Hem niemand is, maar ook dat Hij Een is en dat Hij op grond daarvan niet kan worden beschouwd als een samengestelde godheid die in verschillende eigenschappen of attributen zou kunnen worden ontleed. (pg. 18)

Het totaalbeeld dat uit de geschiedenis opdoemt, lijkt enigszins op een rekenkundige progressie. In de eerste eeuw wordt God nog in de joodse zin monotheïstisch opgevat. In de tweede eeuw wordt hij tweeenig en vanaf de derde eeuw wordt hij steeds meer drievuldig. (pg. 25)

4 gedachten over “Jds. theoloog Pinchas Lapide (’22-’97) over JHWH Echad”

    1. Zoals blijkt uit het e-book ‘Wie is Jezus?‘ (A. Buzzard) kunnen de titels (beter) vertaald worden op een andere wijze, waarbij Jesjoea naar voren komt als eeuwig voorbestemd (niet: voorbestaand) om de Koning der Koningen te worden (onder Jahweh) op de toekomende wereld.
      Een andere uitleg (van Uri Marcus) is dat alleen de laatste twee titels op Messias slaan (Martin Rozestraten preekte hierover).
      Sjalom

    1. Ik meen dat dit op de engelen Gods doelt, die erbij waren.

      Waar waart gij, toen Ik de aarde grondvestte?
      Vertel het, indien gij inzicht hebt!
      Wie heeft haar afmetingen bepaald? Gij weet het immers!
      Of wie heeft over haar het meetsnoer gespannen?
      Waarop zijn haar pijlers neergelaten,
      of wie heeft haar hoeksteen gelegd,
      terwijl de morgensterren tezamen juichten,
      en al de zonen Gods jubelden?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Yeshua de Messias is de belichaming van de Torah