Lucas: Gods volk zo hardnekkig niet

Lucas, volgens velen het meest Joodse evangelie, schildert een redelijk positief beeld van Gods volk ten tijde van Jesjoea’s leven op aarde. De Messiasverwachting was hoog, en vlak voor zijn dood was hij mateloos populair. 

Sommigen kwamen weliswaar met verkeerde bedoeling luisteren of hielden de eer van mensen hoger, maar er waren zeker zeer vele volgelingen en rechtvaardigen. Later zou Jeruzalem zelfs vervuld worden met discipelen, tot tienduizenden (Ha. 21:20)! Enige verzen:

“En de gehele volksmenigte was buiten in gebed op het uur van het reukoffer.” (Lu 1:10 NBG51)

“Hij heeft Zich Israël, zijn knecht, aangetrokken, om te gedenken aan barmhartigheid,” (Lu 1:54 NBG51)

“En er ging een roep van Hem uit naar alle plaatsen in de omtrek.” (Lu 4:37 NBG51)

Lu 10 Hij antwoordde en zeide: Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf. En Hij zeide tot hem: Gij hebt juist geantwoord; doe dat en gij zult leven.”

“En zij brachten het tot Jezus, en wierpen hun klederen over het veulen en hielpen Jezus er op. En terwijl Hij voorttrok, spreidden zij hun klederen op de weg. Toen Hij reeds dichterbij kwam, aan de glooiing van de Olijfberg, begon de gehele menigte der discipelen vol blijdschap God te prijzen, met luider stem, om al de krachten, die zij gezien hadden, en zij zeiden: Gezegend Hij, die komt, de Koning, in de naam des Heren; in de hemel vrede en ere in de hoogste hemelen.” (Lu 19:35-38 NBG51)

“En Hij leerde dagelijks in de tempel. De overpriesters en schriftgeleerden, evenals de voornaamsten van het volk, zochten gelegenheid Hem om te brengen, maar zij vonden niets dat zij zouden kunnen doen, want al het volk hing aan zijn lippen.” (Lu 19:47-48 NBG51)

“Zij overlegden samen en spraken: Indien wij zeggen: Uit de hemel, zal Hij zeggen: waarom hebt gij hem dan niet geloofd? Doch indien wij zeggen: uit de mensen, dan zal het volk als een man ons stenigen, want het is ervan overtuigd, dat Johannes een profeet was.” (Lu 20:5-6 NBG51)

“En de schriftgeleerden en overpriesters trachtten op hetzelfde ogenblik de hand aan Hem te slaan, maar zij vreesden het volk. Want zij begrepen, dat Hij deze gelijkenis met het oog op hen gesproken had.” (Lu 20:19 NBG51)

“Overdag leerde Hij in de tempel, doch de nachten bracht Hij buiten door op de berg, Olijfberg genaamd. En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in de tempel om Hem te horen.” (Lu 21:37-38 NBG51)

“En toen zij Hem wegleidden, grepen zij een zekere Simon van Cyrene, die van het land kwam, en legden hem het kruis op om het achter Jezus aan te dragen. En Hem volgde een grote menigte van volk en van vrouwen, die zich op de borst sloegen en over Hem weeklaagden.” (Lu 23:26-27 NBG51)

“En Jezus riep met luider stem: Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest. Toen de hoofdman zag, wat er geschiedde, verheerlijkte hij God, zeggende: Inderdaad, deze mens was rechtvaardig! En al de scharen, die voor dit schouwspel samengekomen waren, keerden terug toen zij aanschouwd hadden, wat er geschied was, en sloegen zich op de borst.” (Lu 23:46-48 NBG51)