De Spreuken hebben het ook over liefde tot de vijand en andere zaken. De wijsheid van Salomo was door God gegeven. En de Tora is ook door God aan Mozes gegeven, een volmaakte leer.
Enige Spreuken die zo uit Jesjoea’s mond konden komen:
“Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden; wacht op de Here, Hij zal u helpen.” (Pr 20:22 NBG51)
“Als uw vijand valt, verheug u dan niet; als hij struikelt, jubele uw hart niet, opdat de Here het niet zie en het Hem mishage, zodat Hij zijn toorn van hem zou afwenden. Wees niet afgunstig op de boosdoeners noch naijverig op de goddelozen; want voor de boze is er geen toekomst, de lamp der goddelozen wordt uitgeblust.” (Pr 24:17-20 NBG51)
“Zeg niet: Zoals hij mij deed, zo zal ik hem doen; ik vergeld de man naar zijn doen.” (Pr 24:29 NBG51)
“Praal niet bij de koning, ga niet staan op de plaats der groten; want het is beter, dat men tot u zegt: Kom hierheen, hoger op! dan dat men u vernedere voor de aanzienlijke, die uw ogen hebben gezien.” (Pr 25:6-7 NBG51)
“Indien uw vijand honger heeft, geef hem brood te eten, indien hij dorst heeft, geef hem water te drinken; want dan hoopt gij vurige kolen op zijn hoofd, en de Here zal het u vergelden.” (Pr 25:21-22 NBG51)