JHWH Echad (Intro) – Wie is de Enige waarachtige God?

JHWH is God – Wie is Hij?

Velen houden het in het midden of Jesjoea God is.  Men zou zijn redding er gelijk mee op het spel zetten, stelt men.

Maar we moeten blijven lernen. We weten: JHWH blijft altijd Dezelfde, dat komt al naar voren in Zijn Naam JHWH. Toen Jesjoea werd gevraagd naar het grootste gebod, gaf hij aan dat God Één is. Hij wist dat zijn toehoorders geloofden dat dit betekende dat alleen de Vader God was, en hij voegde er geen nieuwe verklaring aan toe…

Velen van ons waren perplex toen we leerden dat de Tora nog bleek te gelden. We hielden het niet voor mogelijk; een grotere paradigmaverschuiving kun je je haast niet voorstellen! Wel nu, zou niet ook het dogma van de triniteit of de goddelijkheid van Jesjoea door leraren in vervlogen tijden ingezet kunnen zijn? Aan ons de opdracht alles te toetsen en Tesjoeva te doen (terugkeer tot de (Jesjoea de) Tora)!

Er zijn weliswaar verzen die lijken te beweren dat Jesjoea God is, maar veel andere Bijbelverzen over JHWH Echad wijzen op het tegenovergestelde, namelijk dat de Vader de Enige God is. Mensen gaan de discussie soms na enig onderzoek uit de weg of vinden het niet belangrijk, terwijl Gods identiteit natuurlijk van het grootste belang is.
Het grote gebod JHWH lief te hebben met heel ons hart, ziel en verstand, kan immers in principe alleen onderhouden worden, als we er zeker van zijn wie Hij is. Ook zouden afdoen aan Gods eer, wanneer hij niet meer de Enige is.

Jesjoea zei tegen de Samaritaanse vrouw dat de Joden wél wisten Wie zij aanbaden: Jezus zeide tot haar: “Geloof Mij, vrouw, de ure komt, dat gij noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zult aanbidden. Gij aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat (Engels: Wie) wij weten, want het heil is uit de Joden;” (Joh. 4:21,22).

De Joden wisten en weten dat God (enkel) de Vader is en hoe hij aanbeden moet worden; zij hebben immers de woorden Gods (de Tora, waar het op aankomt) ontvangen. Geen Leviet of Schriftgeleerde heeft in het woord ‘echad’ een meervoudigheid gevonden, enkel een enigheid. JHWH is de Enige, de ondeelbare. Saulus en de eerste Messiaanse gemeente, bleven ook in dit eerste gebod ijveraars voor de Tora (Hnd. 21:20).

Men zegt vaak dat Vader en zoon (en soms heilige Geest (1), zo één zijn, dat zij een eenheid in wezen vormen. Toch is dit de Tora, de sleutel der kennis (Lc. 11,52), wezensvreemd. Eén betekent immers Enige. Professor A. Buzzard schrijft in Gelooft iedereen in de Drie-eenheid?:
Dit samengestelde-eenheid argument wordt niet gebruikt door geleerden in de Hebreeuwse taal. Men hoeft enkel een Hebreeuws woordenboek te raadplegen om te zien dat niet iets ‘samengesteld’ wordt verstaan gegeven in “één” (§ JHWH is Eén).

Lees ook een andere studie over JHWH Echad.

Pinchad Lapide, een (niet-Messiaans) Joods geleerde, schreef ook over ‘Echad‘:

ECHAD, dit is het laatste woord van het credo van Jezus en van al zijn broeders naar het vlees. Het ontmythologiseert en verbiedt elke vorm van meergodendom. Tot op vandaag staat het in alle joodse gebedenboeken dubbelgroot en vet gedrukt. Optisch gezien kan de laatste letter – DALET – namelijk veel te gemakkelijk verkeerd worden gelezen als een RESJ, en dat zou de betekenis veranderen van ‘één God’ in ‘een andere God’ (ACHER). Volgens de rabbijnse leer zou men daarmee het einde van de wereld over zich af kunnen roepen. Men zou de eenheid van God het enige ‘dogma’ kunnen noemen.” – Pinchas Lapide, Joods theoloog.

JHWH, dat is: de Vader, is dus toch de Enige en Jesjoea draagt ‘enkel’ Zijn Naam, is daarmee weliswaar ‘één van zin’ met Hem (zoals ook wij), maar niet in ‘één in wezen’. Joden zeggen juist in het Jigdal“Een absolute eenheid; ondoorgrondelijk en onbeperkt in Zijn eenheid. Geen vorm noch gestalte, onlichamelijk; Zijn heiligheid is niet onder termen te brengen.”

Dit is een van de grondprincipes van het Jodendom, de wortel van ons geloof!!

Lees ook een e-book, ‘Wie is Jezus‘, dat ik vertaalde voor een de eerdergenoemde professor die gelooft dat Jesjoea de Messias de zoon is van de Ene waarachtige God, de Vader (Joh. 17:3) [eind 2014 gecorrigeerd]. Hij leert vanuit de Tenach en met het Hebreeuwse denken als basis, omdat daarin de kenmerken van Messias worden voorzegd.

Lees ook het Wikipedia-art. over Unitarisme.

Messias in de Tenach

De meeste gelovigen in Messias geven de openbaring die de Tora is nog niet de plaats die het toekomt. Want openbaart de Tenach niet wie God is…
Er staat duidelijk in de ‘wet van Mozes’ omschreven dat Adonai Jahweh alles omvat, geen vorm heeft, alwetend en almachtig is – en hierin nooit veranderd. Zijn naam zegt al dat hij de ‘Onveranderlijke Israëls’ (1 Sam. 15:29) is. En ook de kinderen begrepen dit; men moest hen dit inprenten. Geen mysterie dus, nietwaar?

Wanneer wij meer gegrond raken in de de werkelijke basis van de Bijbel, de Tora (en Profeten, Psalmen), komen wij verder in de shalom die Vader in Messias bedoeld heeft. Door de Geschriften leren we duidelijk wie God is.

Jesjoea heeft God wel kenbaar gemaakt, omdat Jesjoea – door zijn gehoorzaamheid en de inwoning van de Geest – een volmaakt beeld van de Vader kon zijn. Toch is Jesjoea niet werkelijk God zelf: niemand kan Hem werkelijk zien en daarna nog leven.

Enkele moeilijk te verstane beeldspraken van Jesjoea en onduidelijk (bevooroordeeld vertaalde) verzen van de apostelen, kunnen niet alles wat de Tora over God leert, overhoop gooien.

We moeten terug naar de rechte Leer, waarin Jesjoea als zoon van God ‘gezonden’ en de beloofde Messias is, een profeet ‘als Mozes’ (De. 18:15), de laatste Adam (1 Ko. 15), als middelaar tussen God en mensen:

  • Want er is een God en ook een middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,” (1Ti 2:5).

Doen we daarmee Messias Jesjoea niet tekort? Nee, als men Jesjoea ‘goede Meester’ noemt, zegt hij immers: Wat vraagt gij Mij naar het goede? Een is de Goede. (Mt. 19:17a). Hiervan leren we dat hij alle eer en luister (kavod) aan God bewijst, de Ene, de Enige.

Lees ook welke eer Jesjoea , onze broeder en de komende Koning, Jesjoea wél toekomt!

Wanneer men duidelijkheid heeft – JHWH Echad

Behalve dat men God de eer zou geven die alleen Hém toekomt en wij meer vrede kennen omdat wij Hem beter kennen, overtreden wij met de leer van de Enige God de Tora niet door een ander ‘gezicht’ op God te plakken (Hebreeuwse term in het tweede gebod). God heeft geen gezicht; wij mogen geen beeld van God maken in menselijke gedaante; al heeft de mens nog zo de drang om dit te doen.

Die drang tot vergoddelijking blijkt ook uit deze geschiedenis: En toen de scharen zagen, wat Paulus gedaan had, verhieven zij hun stem en zeiden in het Lykaonisch: De goden zijn, in mensengedaante, tot ons neergedaald; (Ac 14:11). Dit Grieks denken werd al gauw door de ‘kerkvaders’ overgenomen om de macht te grijpen en zich van Juda te distantiëren.
Maar wij willen het doen ‘met de vermaning tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is’, het ‘Messiasbelijdend Jodendom‘ (Judas 1,3).

De Bijbel ‘naar je toe laten spreken’: denken vanuit Gods gedachten

In de Tora wordt geleerd dat God van den beginne het einde al weet. De Alwetende heeft dus al vóór de schepping geweten hoe Messias sterven zou en of u en ik tot Messias zou komen (en door het oordeel). Dit is de reden waarom Openbaring leest dat Messias al voor de grondlegging der wereld geslacht is. Wij weten dat ook het Koninkrijk altijd ‘bereid’ was, en wijzelf gekend waren. Dit alles is geschreven vanuit de voorkennis van God, de Alwetende. Wij moeten de Bijbel, net als het Hebreeuws, werkelijk tot ons laten spreken: denken vanuit Gods gedachten.

Johannes schrijft: Johannes heeft van Hem getuigd en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van wie ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geweest, want Hij was eer dan ik. Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade; want de wet (Tora) is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen“. (Joh 1:16,17).
Het woord ‘immers’ geeft aan waarom Johannes in de gelijkenis (net als Jesjoea ) zegt, dat Jesjoea voor hem was. De reden is dat Messias altijd al was beloofd in de Schrift en nu heeft God in Zijn genade (Hebr.: chesed: liefdevolle goedheid) en waarheid (emet: Verbondstrouw), Messias inderdaad laten optreden. Heel de Tora getuigt van en doelt op Messias. In die zin was hij al voor hen, niet letterlijk! Jesjoea’s woorden moeten altijd geïnterpreteerd worden…

We moeten dus leren te denken vanuit Góds gedachten; Zijn plan voor de wereld..! Doen we dit niet, en blijven we ‘Grieks’ op onze Bijbel neerzien, dan interpreteren we de teksten vaak niet zoals ze bedoeld zijn. Zo moeten we ons bedenken dat bij alles wat Jesjoea tot de schare zei, dit in gelijkenissen kwam en daarom eerst door ons geïnterpreteerd moet worden. “Dit alles zeide Jezus in gelijkenissen tot de scharen en zonder gelijkenis zeide Hij niets tot hen” (Mt 13:34). Een gelijkenis is niet ‘gelijk-het-is’! Ook bij het Pesachmaal sprak Jesjoea volgens de Statenvertaling in beelden (beeldspraak).

Veel gelovigen weten ook niet dat het woord ‘god’ (of: elohim) niet alleen voor de Allerhoogste gebruikt wordt in de Bijbel. Lees meer over dit woord Elohiem. Er is zoveel te leren, ons past bescheidenheid en honger naar de Tora.

Lees verder over dit onderwerp in een uitstekend, vergaand artikel over het Joodse begrip van voorbestaan.

Lees ook waarom men elkaar moet blijven respecteren en niet moet verketteren. Je bent immers zeer zeker wel ‘in Messias’ als je Jesjoea wel als Messias, maar niet als de Allerhoogste God belijdt.

Bekijk ook een twee uur durend debat over Drie-eenheid over dit onderwerp (Engels) of lees een samenvatting van een (ander) boek van Sir A. Buzzard, een prominente Bijbelleraar over dit onderwerp (en ook meedoet aan genoemd debat.

Lees ook:

Een gedachte over “JHWH Echad (Intro) – Wie is de Enige waarachtige God?”

  1. Pingback: Tariërs aller landen, verEENigt u! « wandelen in de waarheid

Reacties zijn gesloten.

Yeshua de Messias is de belichaming van de Torah