Hoe bereiken we onze Christelijke vrienden?

Naar aanleiding van een reactie op Jesjoea haTora besloot ik een stuk te schrijven over hoe men tot een paradigmaverandering kan komen; van een anti-, naar pro-Tora geloofsbeeld.

Ik ben geen psycholoog, hersenchirurg en zelfs geen theoloog – dat ik een een oplossing zou kunnen bieden, maar gelukkig helpt God ons met Zijn Ruach haKodesh (‘heilige Geest’), om te trachten de mensen te overtuigen. Maar als men al niet van zijn eigen man of vrouw weet of deze tot geloof kan komen door een goed voorbeeld (1Kor 7,16), hoeveel te meer kan men zijn (naaste) familie dan overtuigen van de ‘wonderen van de Tora’?

Het is daarom van belang te beseffen dat hoewel wij schuldenaars zijn om van de Waarheid te getuigen (Jesjoea en de Tora zijn allebei de waarheid), toch zijn wij niet verantwoordelijk voor anderen. We hoeven ook geen vals verantwoordelijkheidsgevoel te hebben. Je doet wat je kan en de rest is in Zijn handen. Ik kan alleen een ‘kuur’ proberen voor te schrijven, in het besef dat er vaak een aantal vereisten en stadia zijn, die met ‘moet’ doorlopen. Ik gebruik hieronder af en toe enige ‘heilige verontwaardiging’, maar ik wil tussen de regels ouderen als ouders vermanen en jongeren als broeders.

Deprogrammatiekuur voor het anti-Toraïsch geloofsbeeld – Of: Hoe bereiken we onze Christelijke vrienden?

  • Men moet net als Salomo God dienen met een “volkomen toegewijd hart en een bereidwillig gemoed” (1Ch 28:9a). Anders is er al geen beginnen aan.
  • Men moet niet het vertrouwen stellen op mensen, leraren of leringen, et cetera, maar alleen op God en Zijn woord. En Hem beloven dit uit te zoeken en om Zijn bijstand vragen. (1)
  • Men moet er van doordrongen zijn dat wat men nu als goed-Christelijke lering ziet, sterk gecorrumpeerd kan wezen. Men denke ook aan een vers als: “Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?” (Lu 18:8b) ( zie ook 1)
  • Men moet de Bijbel wellicht opnieuw biddend lezen, van kaft tot kaft, en met een neutrale blik, zodat het verstand wordt vernieuwd. Daarbij moet de Tora als basis genomen worden, net als Saulus (‘Paulus’) deed. (2)
  • Men moet daarna bij nadere bestudering bereid zijn allerlei stokpaardjes te laten vallen. Hiervoor is nederigheid en doorzettingsvermogen nodig. (3) Daarbij bouwt men zelf een nieuw samenhangend geloofsbeeld op. Men begrijp dat Genade geen vrijbrief is voor het overtreden van Gods geboden.
  • Men moet nu een zeer belangrijke fase doorgaan. Wanneer de gelovige begint in te zien dat hij en de gehele Christenheid op veel punten de Bijbel altijd verkeerd verstaan hebben, moet hij zich naar de Bijbelse regel richten: “Alles wat de Here gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen”. (4) Dit houdt in dat men uit liefde voor God datgene waarvan hij nu begrijpt dat dit gewenst en vereist is bij God binnen Zijn verbond, ook daadwerkelijk gaat doen, al begrijpt hij misschien nog niet de volledige toepassing. Wanneer men dus bv. weet goed te doen, door de Sabbat als heilige dag te accepteert, laat dit dan niet na, al is men nog ‘onwennig’ en heeft men misschien vragen.
  • Men moet zich dan gaan beseffen dat een sabbat een heilige samenkomst vereist (Lev. 23). Dat betekent dat men op zoek gaat naar een gemeente waar men aan deze (heerlijke) eis kan voldoen. In deze periode zal men vaak met familie en vrienden de nieuwe inzichten in de Bijbel bespreken. Men kan hierdoor versterkt of afgeremd worden. Een partner mag je niet afremmen om de Tora te doen.
  • Men moet wellicht zijn Verbond met JHWH vernieuwen, door zich opnieuw aan Hem te wijden, zoals ook Mozes en Ezra dat deden.
  • Men moet dan toch nog veel oude dingen laten vallen. Nu men gaat doen, komen er weer nieuwe vragen op. Anti-Semitisme en haar verschijningsvormen moeten nu snel afgebroken worden tot een eeuwige puinhoop. Soms wilt men dit in wezen niet, en probeert de Jood alsnog te vervangen op allerlei arglistige manieren. Maar dat is niet niet het ware geloof. Link naar Israël gebed.
  • Men moet nu ook echt zijn identiteit durven vernieuwen. Men is Israëliet geworden in Jesjoea! (6)

Noten

(1)    Ik zal nooit vergeten hoe ikzelf en anderen (apart) ineens tot de conclusie kwamen dat wíj de wettelozen waren, waar Jesjoea het over had. Zo’n schokreactie brengt van de “droefheid naar Gods”, met ernst, verontschuldiging, verontwaardiging, vrees, verlangen, ijver”en  bestraffing”( 2 Kor. 7). (De term wordt echter vooral gebruikt voor bewust wettelozen, mensen die de Tora verlaten). Om hier te komen, is het goed om te beseffen dat ‘zonde’ nog steeds overtreden van Tora betekent. Ook termen als wet, wetteloosheid, ongerechtigheid moeten consequent worden vertaald tijdens het lezen.

(2)    De Geest van God staat ook voor bezonnenheid (gezond verstand); men gebruike dit naar het grootste vermogen. Géén vage vals-Charismatische onderbuikgevoelens toelaten, maar werkelijk de tanden in de Bijbel zetten. Hem dienen met hart, ziel en verstand.
(3)    Ik ken verschillende mensen die onbevooroordeeld de Bijbel gingen lezen en ook begrepen dat Tora gehouden moest worden. Sommigen kwamen tot geloof in Jesjoea, anderen niet.
(4)    Wanneer men bijvoorbeeld leert dat de eerste gemeente in Jeruzalem Toragetrouw was (Ha. 21:20), moet men dit simpelweg eerlijk gaan accepteren. Net zoals dat Jood en Griek één zijn in Jesjoea, waarbij de logische gevolgtrekking is dat men ook Tora moet onderhouden, of: het voorrecht van het ‘burgerrecht Israëls’ (Ef. 2:12) krijgt om God te dienen op de Hem welbehagelijke wijze.

(5)    Hier vallen helaas zoveel Nederlands door, die vaak uit valse vroomheid of eigen wijsheid eerst Gods Wil volledig willen begrijpen, voor ze een volgende stap in het geloof zetten. Maar het geloof is een reis. Vroeg Kefas (Petrus) soms naar het hoe en wat bij het lopen over water?? Wanneer men echter begint in te zien dat de Tora (Verbondsboek) nog steeds van kracht is, dient men als mede-Israëliet te zeggen: “Hij nam het boek des verbonds en las het voor de oren van het volk en zij zeiden: Alles wat de Here gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen” (Ex 24:7). Men zal het doen en erop acht slaan. Niet er eerst acht op slaan waar men precies acht op moet slaan, maar ondertussen niet doen.
(6)    Een voorbeeld is het gevoel dat men niets dan zonde is. Dat gaat makkelijk als men ervan besef krijgt wát zonde is in Gods ogen, en dat men behalve een kwade neiging ook een goede neiging heeft… Ander voorbeeld: dat echtbreuk in de Tora wordt gehaat, niet echtscheiding (studie Dhr. Koekoek).
(7)    Men moet leren om zich om te vormen naar het Bijbelse waarden- en cultuurpatroon. De tsitsiet moeten gedragen worden, etc. Mezussa’s aan de deuren en blazen op die Sjofar!

Met de hulp van God zal ik nog artikelen schrijven waarmee men makkelijk in kan zien dat de Tora nog steeds van kracht is.
“Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet; veeleer bevestigen wij de wet” (Rom. 3:31).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Yeshua de Messias is de belichaming van de Torah