Gebed: Sjemoné ‘Esré

Het gebed dat Joden het meest zeggen, staat hieronder geplaatst. Koop de gehele Siddoer van Dasberg op de site van het NIK.

HOOFDGEBED: SJEMONÉ-‘ESRÉ (Het achttiende gebed)

Dit gebed wordt (zo mogelijk) staande gezegd, met de voeten tegen elkaar en gericht naar Jeruzalem. Aan het begin en het einde van de eerste en de voorlaatste zegen buigt men zich bovendien. Voor het begin van de Amida stapt men drie passen achterwaarts, dan weer drie passen naar voren met de woorden (deze inleiding is overgenomen van een Messiaanse Jood):

Heer, open mijn lippen en mijn mond zal de lof over U verkondigen!  [Ps. 51, 17]

1. Geprezen, U, JHWH, onze God en God van onze voorouders, God van Abraham, God van Isaäk, God van Jakob, de grote, machtige, ontzaglijke God, hoogste God, die echte weldaden bewijst, bezitter van het heelal, die de deugden van de voorouders in herinnering houdt en hun kleinkinderen ter wille van Zijn Naam met liefde een verlosser brengt. Koning, helper, redder en beschermer. Geprezen, U, JHWH, beschermer van Abraham.

2. U bent te allen tijde machtig, Heer, U brengt doden weer tot leven, geweldig om te helpen. U zorgt met liefde voor de levenden, brengt met grote barmhartigheid doden weer tot leven, steunt die vallen, geneest zieken, bevrijdt gevangenen en houdt de belofte van trouw aan hen die in het stof slapen. Wie is als U, Heer over de krachten, wie is U gelijk, Koning die laat sterven en weer tot leven brengt en die hulp als een bloem laat opkomen. U bent trouw – aan Uw belofte – doden weer tot leven te brengen. Geprezen, U, JHWH, heilige God. U bent heilig en Uw Naam is heilig en heilige wezens zingen elke dag lofliederen voor U. Geprezen, U, JHWH, heilige God.

3. V.: Wij willen de heiligheid van Uw Naam in de wereld verkondigen evenals men dit doet in de hogere sferen, zoals dit door Uw profeet beschreven is: ‘De een roept het de ander toe en zegt:
G.e.V.: Heilig, heilig, heilig is JHWH-Tsewaot, heel de aarde is vol van Zijn Majesteit’ [Jes. 6,3].
V.: Elkaar beantwoordend zeggen ze: Geprezen!
G.e.V.: ‘Geprezen de Majesteit van JHWH van de plaats waar Hij is!’ [Ez. 3, 13].
V.: En in Uw heilige geschriften staat het geschreven:
G.e.V.: ‘JHWH regeert voor altijd, Uw God, Sion, in alle geslachten, Halleluja!’ [Ps. 146, 10].
V.: In alle geslachten verkondigen wij Uw grootheid en in alle eeuwigheid getuigen wij van Uw heiligheid en de hulde voor U, onze God, zal nooit en te nimmer uit onze mond wijken, want U, God en Koning, bent groot en heilig. Geprezen, U, JHWH, heilige God!

4. U begunstigt de mens met verstand en brengt de sterveling begrip bij; begunstig ons Uwerzijds met verstand, begrip en inzicht. Geprezen, U, JHWH die verstand als een gunst verleent.

5. Laat ons, Vader, weer naar Uw tora terugkeren en breng ons, Koning, dichter bij uw dienst. Stel ons in staat om in volledige inkeer weer bij U terug te komen. Geprezen, U, JHWH die inkeer op prijs stelt.

6. Vergeef het ons, Vader, want we hebben gezondigd, schenk ons vergiffenis, Koning, want we hebben overtredingen begaan, want U schenkt vergiffenis en bent vergevensgezind. Geprezen, U, JHWH die genadig is en heel veel wil vergeven.

7. Kijk (toch) naar onze ellende, voer voor ons de strijd en verlos ons spoedig ter wille van Uw Naam, want een machtige verlosser bent U. Geprezen, U, JHWH, verlosser van Israël.

8. Genees ons, JHWH, dan zullen we genezen zijn; help ons dan zullen we geholpen zijn, want U komt onze lof toe en verschaf volledige genezing voor al onze kwalen.

Wil men bidden voor de genezing van een speciale zieke, dan kan men hier het volgende gebed tussenvoegen:
Moge het Uw wil zijn, JHWH, dat U vanuit de hemel spoedig volledige genezing zendt, geestelijk zowel als lichamelijk aan de zieke N.N., tezamen met de andere zieken van Uw volk Israël, daar U, God en Koning, een betrouwbaar arts bent, vol ontferming. Geprezen, U, JHWH, onze God, die de zieken van Zijn volk Israël geneest.

9. Zegen voor ons, JHWH onze God, dit jaar en alle soorten opbrengst daarvan ten goede. Geef ons in ruime mate van Uw goede gaven en zegen dit jaar voor ons zoals de goede jaren. Geprezen, U, JHWH die de jaren zegent.

10. Blaas op een grote Sjofar voor onze bevrijding en hef hoog een vaandel om hen van ons die in galoet – de verstrooiing – leven, bijeen te brengen en breng ons allen tezamen van de vier windstreken der aarde. Geprezen, U, JHWH, die degenen van Zijn volk Israël die verdreven zijn, verzamelt.

11. Herstel onze rechters zoals in het begin, onze raadsheren zoals het aanvankelijk was, wend zorg en zuchten van ons af, regeer over ons, U alleen, JHWH, met liefde en diep medegevoel en laat ons recht wedervaren in het geding. Geprezen, U, JHWH, Koning die van rechtvaardigheid en recht houdt.

12. Moge er voor de lasteraars geen hoop zijn, laat alle kwaadwilligheid nu verdwijnen en alle vijandschap spoedig worden weggevaagd, en wil elk terreurbewind verdrijven, breken, terneer werpen en ten val brengen spoedig in onze dagen. Geprezen zijt Gij, JHWH, die het kwaad breekt en de kwaadwilligheid vernietigt![1]

13. Laat toch, JHWH, onze God, Uw diep medegevoel opgewekt worden voor hen die rechtschapen en vroom zijn en voor de leiders en leraren van Uw volk, het Huis-Israël. Schenk een waardige beloning aan allen die in oprechtheid op Uw Naam vertrouwen en laat ons met hen hetzelfde ten deel vallen. Laat ons nooit teleurgesteld zijn, want op U vertrouwen wij. Geprezen, U, JHWH, steun en bron van vertrouwen voor die rechtschapen zijn.

14. Keer in ontferming naar Uw stad, Jeruzalem terug en wil daarbinnen weer steeds aanwezig zijn, zoals U het beloofd hebt; bouw haar binnenkort weer op als een bouwwerk dat eeuwig stand houdt en wil daar dan de troon van David weer spoedig vestigen. Geprezen, U, JHWH, herbouwer van Jeruzalem.

15. Laat hem die uit Uw dienaar David voortkomt, spoedig verschijnen. Moge zijn stralende kracht door Uw hulp weer opkomen, want op Uw hulp hopen wij, iedere dag. Geprezen, u, JHWH, die de stralende, helpende kracht laat ontluiken.

16. Hoor onze stem, JHWH, onze God. Spaar ons en ontferm U over ons, aanvaard in ontferming en welwillendheid ons gebed, want U bent een God die luistert naar gebeden en smeken; laat ons dan niet tevergeefs weer van U weggaan. U bent het immers die het gebed van Uw volk Israël in ontferming verhoort. Geprezen, U,
JHWH die een gebed verhoort.

17. Aanvaard welwillend, JHWH, onze God, uw volk Israël en hun gebed; herstel de dienst weer binnen Uw tempel met de in vuur opgaande offers van Israël; wil hun gebed met liefde aanvaarden en moge steeds de dienst van Uw volk Israël een genoegdoening voor U zijn.

18. Wij danken U, dat U, JHWH, onze God en God van onze voorouders het bent die voor eeuwig en altijd de rotsvaste steun voor ons leven, onze beschermende hulp bent; U bent dat van geslacht op geslacht. U danken wij en we verkondigen Uw lof voor ons leven, aan Uw hand overgeleverd en voor onze zielen, aan U toevertrouwd, voor Uw wonderen die dagelijks bij ons gebeuren en voor Uw wonderbaarlijke weldaden die er elk ogenblik zijn, ’s avonds, ’s morgens en ’s middags. Oneindig-goede wiens ontferming onbeperkt is, ontfermer, wiens liefde niet ophoudt, op U is onze hoop van oudsher gevestigd.

Voor dit alles zal Uw naam, Koning, geprezen en hoogverheven worden, voortdurend, eeuwig en altijd. En allen die leven zullen U altijd danken en in oprechtheid met lof Uw Naam vermelden, God, onze hulp en bijstand voor altijd. Geprezen, U, JHWH, Uw Naam is de ‘de Oneindig-goede’ en het komt U toe te danken.

19. Sticht vrede, geef geluk, zegen, genade, liefde en barmhartigheid voor ons en heel Uw volk Israël. Zegen ons, Vader, want door het licht van Uw genegenheid hebt U, JHWH, onze God, ons gegeven een levensleer en de liefde tot opofferingsgezindheid en deugdzaamheid, zegen en barmhartigheid, leven en vrede. Geprezen, U, JHWH die zijn volk Israël met vrede zegent.

God, behoed mijn tong voor kwaadspreken, mijn lippen voor het spreken van bedrog. Laat mij stil zijn tegenover allen die mij vloeken, laat mij als stof zijn voor wat van dien aard ook. Stel mijn hart open voor Uw tora en laat mij er naar streven Uw geboden op te volgen. Verijdel snel het plan van allen die iets kwaads tegen mij in de zin hebben en vernietig wat ze in gedachten hadden. Doe het om Uw Naam, doe het om Uw sterke macht, doe het om Uw heiligheid, doe het om Uw tora, opdat Uw lievelingen bevrijd worden, help met Uw rechterhand en verhoor mij.
Mogen de woorden van mijn mond en de stille overpeinzing van mijn hart aangenaam voor U zijn, JHWH, mijn rotsvaste steun en mijn verlosser. Die vrede sticht in Zijn hoge sferen moge ook vrede brengen voor ons en voor heel Israël, zegt hierop Amen.
Moge het Uw wil zijn JHWH, onze God en God van onze voorouders dat de heilige tempel spoedig in onze dagen herbouwd zal worden en geef ons deel aan Uw tora. Daar willen wij U met ontzag dienen zoals in langvervlogen dagen en in vroegere jaren. Laat dan het offer van het Huis-Israël en Jeruzalem U aangenaam zijn zoals in langvervlogen dagen en vroegere jaren.


[1] Sommigen geleerden geloven dat deze zegen gericht was tegen volgelingen van Jesjoea, maar er zijn ook veel (overtuigende) tegengeluiden.

Koop de (nieuwe) Siddoer bij het NIK.

# Sjemone Esre Sjemone Esre