De Hemelse voedselbank (samenvatting)

De hemelse voedselbank – Drs. E. Noordermeer Merweboek, Sliedrecht

Samenvatting: Chr. Levi Zoutendijk

Klik hier voor een interview van de EO met E. Noordermeer en voor haar nieuwe boek ‘Vrij van de Wet – Een dogma onder vuur’.

Het scheppingsmenu is geheel veganistisch én het menu van mens en dier overlapten elkaar niet. Het scheppingsmenu is een zaad-vrucht menu: het beste deel van de plant, ofwel de ‘nieuwe generatie’. De mens at ook van de Levensboom en die komt ook weer terug.

Na het wegsturen uit de Hof wordt er vlees, kaas en melk et cetera gegeten. Het groene kruid vervangt enigszins de levensboom, maar maakt verre van onsterfelijk. Zij die het veganistisch menu-hebben verlaten en niet genoeg granen, peulvruchten, noten, zaden, vruchten en groenten eten, moeten de hierdoor ontstane tekorten compenseren met het eten van vlees. Maar het hoeft op zich niet. Soja bevat in principe alles.

Reine dieren waren zelfs al voor Noach bekend, Abraham bijvoorbeeld kende ze. Welke dieren slecht zijn om te eten wil en moet God Zelf wel openbaren, omdat je bij dit voedsel pas na een tijd last krijgt ervan. Nederlanders houden zich er nog redelijk aan, behalve het onreine varken, één van de meest ongezonde dieren. Ook vet en bloed mag niet gegeten worden. (lees straks verder over Handelingen 15.

Zoals in Nederland geslacht wordt is wel bijna hetzelfde als Bijbels-kosjer, waarbij bijna al het bloed wordt weggelaten. Probleem is wel dat reststoffen als bloed en beenderen niet worden verbrand (Bijbels), maar zelfs hergebruikt worden, bv. als voedsel voor dieren.

Zo ontstonden laatste jaren veel ziektes onder dieren. Maar het is ook niet rechtvaardig: veel dieren worden volgestopt, – en varkens ook met antistoffen – want die krijgen snel ziektes – en dat gaat niet weg door verhitting bij het koken. Bovendien hebben ze door de slachtgang vaak veel stress moeten verduren, wat het vlees ook slechter maakt.

Handelingen 15 wat zegt dat gelovigen uit de heidenen geen bloed en het verscheurde et cetera mag eten, dat was vooral nodig omdat de wereld toen (lees Kor.) gewend was onrein vlees te eten, dat bovendien aan afgoden was geofferd. Deze Tora-geboden moesten bovendien wel onderhouden worden, als je als in Messias wilde omgaan met je Joodse (grote) broer. Maar de schrijfster ziet niet gelijk de gehele Tora afgeschaft: ‘Het zou naïef zijn te stellen dat met deze vier bepalingen de heidenen in staat waren een geheel christelijke levensstijl te ontwikkelen’. Eerder pleit ze ervoor het hoofdstuk te lezen als dat men elke week verder werd geleerd in de Sjoel. (Lees daarover ook verder in dit artikel van Yeshua haTora.)

Er zijn weliswaar veel teksten over voedsel in de Bijbel, die bij oppervlakkige beschouwing kunnen wijzen op het afschaffen van onderscheid tussen rein en onrein voedsel.

De schrijfster geeft echter voorbeelden waarom de discussies over eten contextgebonden zijn. Zo lijden de Joden in Rome godsdienstvervolging; zij konden niet rein eten en sommigen werden daardoor vegetarisch, en dan spreekt Sha’ul (Saulus) dat je offervlees mag eten, want afgoden bestaan niet. Dat vlees moest natuurlijk wel rein zijn. En de gnostici in Efeze leren te veel een leer over vasten, en dáár heeft Sha’ul het over als hij het erover heeft dat men wel van alles (rein) mag eten!

Waarom eten veel Christenen toch varken? Als de Tora goed is, en wij (nog) moreler willen leven in Messias, waarom zouden we dit dan toch doen? Wat God onrein acht, – dat is dan toch een betrouwbare oordeel van God? Ook Daniël at niet mee aan het hof, en zag er beter uit. Jesjoea verklaarde alle spijzen rein, maar zo’n uitspraak moet in de context gelezen worden: Al was je de handen niet, het (reine) eten blijft rein. Het visioen van het kleed (Petrus) gaat over mensen, niet dieren (Ha. 10:15). Jesjoea (Jezus) zelf stuurde duizenden demonen in de varkens die op Joods (Gods) grondgebied waren bij de Grieken, en in het ravijn. Een varken kan niet zweten, is een afvaleter, net als een hond. De varkenshoeder kwam tot berouw. De Kananese vrouw noemde zichzelf hond. (Laten wij ons niet meer als Grieken gedragen en Gods menu gebruiken!)

In Jesjoea’s tijd at iedereen veel meer vis, het blijkt nu ook uit onderzoek dat dit veel gezonder is dan vlees. Vlees is voor speciale gelegenheden, ook in de Bijbel. Vis hoort normaal te zijn. Je leert er bijvoorbeeld beter door. Ondertussen sterven wij aan welvaartsziekten, Jk. 5:4-6 heeft het ook over dat arbeiders worden uitgebuit (Jij hebt je rijk gemaakt.); het Westen troggelt de armen af en eet zich vet. En vervloekt zichzelf daarmee.

Cholesterol koekt aan. Veel vis helpt ertegen. Geen dierlijke vetten. Veel mensen zijn allergisch voor melk als ze het een tijdje niet meer elke dag gedronken hebben. Geitenmelk is beter. Kaas zit veel vet in, David nam één ronde kaas mee van zijn moedertje voor honderd soldaten aan het front.

Bedankt voor je boek!

Een gedachte over “De Hemelse voedselbank (samenvatting)”

  1. Ik vond het een heel goed boek. De schrijfster gaat uitgebreidt in op theologische vragen en is heel praktisch. Uitgangspunt is de uitnodiging (ook in Hand. 15! ) om meer te leren uit de Thora over Gods wijsheid voor ons leven en om daar naar te leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Yeshua de Messias is de belichaming van de Torah